Een 'Bus' is een signaallijn waar meerdere apparaten parallel op aangesloten zijn. Zo'n Bus heeft als doel om het aantal verbindingen tussen de apparaten te verminderen, in de Facila-Bus worden zowel voeding, data-, audio- en videosignalen geïntegreerd op twee aders. Als een aangesloten apparaat via deze bus met een ander apparaat wil communiceren, dan kan dat alleen als de bus vrij is. Het apparaat zet vervolgens het adres van het andere apparaat op de bus, zodat duidelijk is voor welke apparaat het bericht bestemd is. Het toekennen van een correct adres aan het apparaat is dan ook vereist.

Een eindweerstand is een weerstand die wordt gebruikt om een Bus-lijn af te sluiten. Met deze afsluiting wordt getracht de reflecties van het signaal te minimaliseren. Indien de Bus-lijn niet correct afgesloten is, kunnen er storingen in beeld, geluid en data-communicatie optreden waardoor het systeem niet goed of zelfs niet functioneert.
Deze impedantie-schakelaar wordt aangezet bij de binnenpost en splitter die als laatste op de Bus-lijn is geplaatst.

In het Master/Slave-model heeft één apparaat controle over de andere apparaten. De Master ontvangt de oproepen van de buitenpost en verdeelt de signalen naar eventuele Slave-binnenposten met hetzelfde adres. Een installatie bevat minstens 1 Master-binnenpost.

  • Geef de mastercode en bevestig met het hekje (#)
  • Druk 18# voor een tijdelijke code voor slot 1 of 19# voor een tijdelijke code voor slot 2.
  • Druk de code (bv: 1006) van 1-12 cijfers: 1006#
  • Druk op het sterretje (*) om de programmering af te sluiten.

Als een tijdelijke code wordt gebruikt om de deur te openen zal deze na 60 seconden automatisch worden verwijderd. Tijdens deze tijd kan de tijdelijke code wel nog worden gebruikt.

Indien de menubalk oplicht of traag knippert is dit een indicatie dat er een gemiste oproep is geweest. Een overzicht van de gemiste oproepen is in het menu terug te vinden.

Zorg dat zowel de luidspreker alsook de microfoon op binnen- en buitenpost onafgedekt zijn (beschermfolies e.d. verwijderen).
Plaats de producten op tenminste 1 meter afstand t.o.v. elkaar.

De aansluitkabel van de microfoon is niet aangesloten of beschadigd. Open de behuizing van de buitenpost en controleer de aansluiting van de kabel.

Indien men het slot voedt met de interne voeding van de buitenpost of DT210 kan het zijn dat het slot meer vermogen vraagt dan dat geleverd kan worden. Vergelijk de specificaties van het slot met de vermelde specificaties van de interne voedingen.
Indien men het slot voedt met een externe voeding, sluit u het slot eerst eens apart aan met deze voeding om uzelf zeker te stellen dat het slot en de voeding functioneren.

Er is mogelijk een spanningsval, meet op de achterzijde van de binnenpost de spanning. In rust meet u een spanning van ongeveer 24V DC, in bedrijf mag deze spanning niet zakken onder de 23V DC.

Controleer of de telefoonlijn actief is met behulp van een analoog toestel.
Schakel niet door naar hetzelfde nummer als dat van de telefoonlijn zelf, dit functioneert niet!
Controleer de ingegeven telefoonnummer in je binnenpost. Controleer bovendien dat u het doorschakelen heeft geactiveerd in de binnenpost.

De geluidsterkte is direct afhankelijk van de spanning op de telefoonlijn (door de netbeheerder bepaald). Deze spanning is ongeveer 48V, bij lagere spanningen zal het volume zakken.

Zorg ervoor dat de frontplaat recht gemonteerd is, een foute montage zal weerkaatsing van de nachtverlichting veroorzaken.

Zorg ervoor dat de frontplaat recht gemonteerd is, een foute montage zorgt ervoor dat de drukknop niet of onvoldoende ingedrukt wordt.

Er wordt niet naar het volgende telefoonnummer gebeld indien de oproep naar het eerste telefoonnummer wordt opgenomen door Voicemail of omdat de provider een bericht geeft (bv. het nummer dat u belt is momenteel niet beschikbaar)

Onderbreek even de spanning en druk op de ontgrendelingssleutel in de menubalk totdat het scherm aan is. Er opent een kalibratiescherm waar men de rode kruisjes aantikt om opnieuw te kalibreren.